fractiegenoot

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord fractiegenoot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord fractiegenoot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je fractiegenoot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord fractiegenoot is hier. De definitie van het woord fractiegenoot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfractiegenoot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • frac·tie·ge·noot
enkelvoud meervoud
naamwoord fractiegenoot fractiegenoten
verkleinwoord - -

de fractiegenootm

  1. (politiek) iemand die tot dezelfde politieke groepering binnen een volksvertegenwoordiging behoort
     Sinds Ouwehand fractievoorzitter is – ze volgde Marianne Thieme op, die in oktober vroegtijdig de Kamer verliet – heeft ze minder tijd voor debatten. „Die procedurevergaderingen kan ik niet meer doen, dan moet ik een fractiegenoot vragen.”[1]
     Door hun voormalige fractiegenoten worden de afsplitsers vaak ‘zetelrovers’ genoemd.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 14 september 2020 Weblink bron
    Lamyae Aharouay & Wouter van Loon
    “154.109 woorden zonder spiekbriefje” (27 december 2019) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 september 2020 Weblink bron
    Titia Ketelaar
    “Ruzie in de raadsfractie? Dan volgt al snel een afsplitsing” (23 oktober 2019) op nrc.nl op Wikipedia