Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
gaat. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
gaat, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
gaat in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
gaat is hier. De definitie van het woord
gaat zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
gaat, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
gaat
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaan
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaan
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gaan
- ▸ Als je alleen op pad gaat zijn er ook risico’s en verleidingen. Zo zou ik van een berg af kunnen vallen, opgegeten kunnen worden door een beer of een wel heel erg leuke vrouw tegen kunnen komen.[1]
- Alleen de zon gaat voor niets op.
voor welvaart moet gewerkt worden, niks is gratis
- De kost gaat voor de baat uit.
eerst moeten er kosten worden gemaakt alvorens men er iets aan verdienen kan
- De kruik gaat zolang te water, tot zij breekt.
men kan gevaarlijke dingen blijven doen totdat het misgaat.
- Die vlieger gaat niet op.
die gedachte gaat niet lukken
- Er gaat een dominee voorbij.
in een gezelschap zwijgt iedereen plotseling
- Het gaat er Hoeks en Kabeljauws aan toe
- Het gaat me niet in de koude kleren zitten
- Het leven gaat niet altijd over rozen.
het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers
- Voor niets gaat de zon op.
alles kost geld en moeite, behalve datgene wat van de zon komt
- Wie 's nachts uit vissen gaat, moet overdag zijn netten drogen.
als je te veel gedronken hebt, ben je de volgende dag niets waard
|
|
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers