gehoor

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gehoor. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gehoor, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gehoor in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gehoor is hier. De definitie van het woord gehoor zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangehoor, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·hoor
enkelvoud meervoud
naamwoord gehoor -
verkleinwoord - -

het gehooro

  1. (anatomie) het organische systeem om geluiden waar te nemen
    • Mijn opa's gehoor was erg slecht geworden. 
  2. publiek bij een uitvoering
  • gehoor geven aan
opvolgen van een oproep
  1.  Op Utrecht Centraal is het ongewoon rustig tijdens de ochtendspits deze vrijdag. Veel mensen geven gehoor aan de oproep zoveel mogelijk thuis te blijven vanwege het coronavirus, maar niet iedereen. Wie zijn de mensen die toch op pad gaan en waarom?[2]
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. gehoor op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron
    Charlotte Huisman
    “Wie neemt er nog de trein op een stil Utrecht Centraal?” (13 maart 2020), de Volkskrant
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be