gekakel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gekakel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gekakel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gekakel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gekakel is hier. De definitie van het woord gekakel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangekakel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·ka·kel
enkelvoud meervoud
naamwoord gekakel
verkleinwoord

het gekakelo

  1. aanhoudend kakelen door kippen
    • Alles van de kip, in een kippenhok vol gekakel[2] 
  2. (pejoratief) aanhoudend babbelen door mensen / zinloos geklets
    • Als ik onzeker word van dat gekakel, dan zeg ik dan naderhand tegen productie, dan spreken zij de anderen erop aan.’’[3] 
    • Wat blijven we als samenleving toch moeite houden met het overbruggen van verschillen tussen mensen; keer op keer schiet deze gedachte door mijn hoofd als ik de laatste populistische klaagzang over de 'mislukte integratie'met weerzin tot me neem. Leiders zouden juist het niveau van het oppervlakkige gekakel over de negatieve aspecten van culturele diversiteit moeten overstijgen. En dan vooral politieke leiders.[4] 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Petra Possel 24 april 2015
  3. Tubantia Marlies van Leeuwen 25-OKTOBER-2017
  4. Volkskrant Ensberg-Kleijkers 1 oktober 2017
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be