Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
genotzoeker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
genotzoeker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
genotzoeker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
genotzoeker is hier. De definitie van het woord
genotzoeker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
genotzoeker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de genotzoeker m
- iemand die (alleen maar) uit is op zijn (eigen) genot
- 'Agendahedonisten' noemt drugsonderzoeker Ton Nabben (Bonger Instituut) het gros van de Amsterdamse genotzoekers, ze plannen zorgvuldig wanneer ze in hogere sferen raken.[2]
- ‘Carpe diem. Seize the day, boys. Make your lives extraordinary’, maant Robin Williams zijn leerlingen aan in ‘Dead poets society’, vlotjes Horatius citerend. Aan uitzonderlijke levens geen gebrek op het grote scherm en, zoals uitgespit door de tabloids, erachter. Zeker de Amerikaanse films vertellen ons wel vaker om als ware genotzoekers door het leven te gaan.[3]
- Benoîte Groult had destijds een feministisch doel; zij maakte – ietwat schematisch – van de man een gevoelige spierbundel en van de vrouw een zelfverzekerde genotzoeker.[4]
96 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[5]
|