gepreek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gepreek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gepreek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gepreek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gepreek is hier. De definitie van het woord gepreek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangepreek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·preek
enkelvoud meervoud
naamwoord gepreek
verkleinwoord

het gepreeko

  1. (pejoratief) aanhoudend iemand of een groep van mensen vermanend toespreken; aanhoudend mensen de les lezen
    • En ook het gepreek, waar zijn vader zo beroemd om was, is hem niet vreemd: zo houdt hij een tirade tegen de Nigeriaanse regering, gevolgd door een liefdesverklaring aan marihuana ('plant the seed and let it grow').[2] 
    • Diezelfde politici zijn kennelijk vergeten, dat er veel essentiële overheids- en zorgtaken zijn overgeheveld naar de gemeenten. En, nu komt de beroemde aap uit de mouw: de goed opgeleide Nederlander heeft geen gepreek meer nodig van deze Haagse regenten.[3] 
97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]