Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
geroezemoes. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
geroezemoes, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
geroezemoes in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
geroezemoes is hier. De definitie van het woord
geroezemoes zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
geroezemoes, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het geroezemoes o
- een achtergrondgeluid bestaande uit veel door elkaar sprekende stemmen
- Door de hitte en het constante geroezemoes viel hij bijna in slaap.
- Van heimwee had ik bepaald geen last als we vroeger met ons gezin op vakantie gingen. Dolenthousiast was ik: een halfjaar van tevoren keek ik er al naar uit. Dat ik nu al reizend kan werken, vind ik geweldig. Voor het eerst lopen door de straten van New York of waar dan ook ter wereld: er maakt zich een enorme opwinding van mij meester als ik op een nieuwe plek kom. Dat ik geen vaste werkplek heb, is voor mij geen punt. Ik weet genoeg werkplekken te vinden die te huur zijn. Voor geroezemoes of getinkel van bestek kan ik me goed afsluiten. [1]
- ▸ Het café zag er in al zijn exotische alledaagsheid uit als een filmcoulisse, vlak boven zijn hoofd hing een opgezet hert, schilderijen met dieren in een bergomgeving aan de gelambriseerde muren, het publiek zag eruit als figuranten in een film, sterke vrouwenarmen die overvolle dienbladen droegen met halveliterglazen bier alsof ze alleen maar melk voor de koffie rondbrachten, het geroezemoes van de vreemde taal, iemand aan een naburig tafeltje vertelde heel luid een verhaal waar hij natuurlijk geen woord van begreep maar toch om lachte toen de toehoorders in lachen uitbarstten, zich op de knie sloegen en hun schuimende bierglazen ophieven.[2]
1. een achtergrondgeluid bestaande uit veel door elkaar sprekende stemmen
98 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[3]
|