gespreksgenoot

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gespreksgenoot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gespreksgenoot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gespreksgenoot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gespreksgenoot is hier. De definitie van het woord gespreksgenoot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangespreksgenoot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·spreks·ge·noot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gespreksgenoot gespreksgenoten
verkleinwoord gespreksgenootje gespreksgenootjes

Zelfstandig naamwoord

de gespreksgenootm

  1. (communicatie) iemand waarmee men een praat
     Wanneer wij ons over alles een oordeel zouden aanmatigen, zou er niets meer heilig zijn. Dan zouden we ook kunnen zeggen dat er geen God is, dat er niets is, schreeuwde Nikolaj, terwijl hij met zijn vuist op tafel sloeg, geheel misplaatst naar het idee van zijn gespreksgenoten maar geheel in overeenstemming met zijn eigen gedachtengang.
     Over vrouwen zegt hij onder meer: "Ik kus ze gewoon. Ik wacht niet eens. Als je een ster bent, laten ze je het doen." Hij schept tegen zijn gespreksgenoot op over zijn tactieken, en laat weten dat hij zich niet laat tegenhouden. "Grijp ze in hun poes. Je kunt alles doen."
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2022 Weblink bron “Melania Trump keurt Donalds woorden af, maar ze vergeeft hem” (08-10-2016), NOS