gesprek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gesprek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gesprek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gesprek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gesprek is hier. De definitie van het woord gesprek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangesprek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·sprek
enkelvoud meervoud
naamwoord gesprek gesprekken
verkleinwoord gesprekje gesprekjes

het gespreko

  1. (communicatie) een mondelinge conversatie waarbij informatie uitgewisseld wordt
    • Het gesprek werd onderbroken doordat zijn mobiele telefoon afging. 
    • De musici zwaaien naar de man en verlaten zijn kamer. Groot: „Deze meneer probeerde zijn ene hand bij de andere te krijgen. Misschien wilde hij voor ons klappen.” Een verpleegkundige begint even later een gesprekje met de patiënt over de gespeelde muziek. [3] 
     Drie nachten bleef ik in deze hemelse tuin en genoot van films en gesprekken met de andere hikers.[4]
  2. (figuurlijk) het in gedachten met jezelf overleggen
     Constant was ik met mezelf in gesprek over praktische zaken, zoals hoeveel water mee te nemen en wat te doen als ik zou verdwalen, tot mezelf afvragen of ik niet te ver was gegaan door mijn gezin zo lang te verlaten.[4]
  • Het gesprek van de dag
Een onderwerp dat volop in de belangstelling staat, vaak door iets onverwachts
  • In gesprek zijn
Verwikkeld zijn in een (m.n. telefonisch) gesprek, en daardoor niet bereikbaar voor andere zaken
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]