monoloog

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord monoloog. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord monoloog, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je monoloog in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord monoloog is hier. De definitie van het woord monoloog zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmonoloog, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • mo·no·loog
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘alleenspraak’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • met het voorvoegsel mono- en met het achtervoegsel -loog [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord monoloog monologen
verkleinwoord monoloogje monoloogjes

de monoloogm

  1. een gesprek gevoerd door één persoon, meestal op toneel
    • Hij hield een lange monoloog waar helaas niemand wat van begreep. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]