gesprekspartner
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gesprekspartner. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gesprekspartner, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gesprekspartner in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gesprekspartner is hier. De definitie van het woord gesprekspartner zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangesprekspartner, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- ge·spreks·part·ner
- samenstelling van gesprek en partner met het invoegsel -s-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | gesprekspartner | gesprekspartners |
| verkleinwoord | gesprekspartnertje | gesprekspartnertjes |
de gesprekspartner m
- een persoon die deelneemt aan een gesprek
- De gesprekspartner was nogal irritant aanwezig.
- ▸ "En geloof het of niet, mijn gesprekspartner had zo'n stukje stof bij zich en heeft het meteen aan mij gegeven. Met de stof heb ik over mijn hoofd en nek gewreven. Toch is het niet een reliek dat je geneest, dat is je geloof. De behandeling is aangeslagen omdat ik en al die mensen die voor mij gebeden hebben, rotsvast geloofden dat dat kon."[1]
1. een persoon die deelneemt aan een gesprek
- Het woord gesprekspartner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron Liedeke Morssinkhof“Priester Titus Brandsma morgen heilig verklaard, genezen Amerikaan is erbij” (14 mei 2022), NOS
