gezagsgetrouw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gezagsgetrouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gezagsgetrouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gezagsgetrouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gezagsgetrouw is hier. De definitie van het woord gezagsgetrouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangezagsgetrouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • ge·zags·ge·trouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gezagsgetrouw gezagsgetrouwer gezagsgetrouwst
verbogen gezagsgetrouwe gezagsgetrouwere gezagsgetrouwste
partitief gezagsgetrouws gezagsgetrouwers -

gezagsgetrouw [1]

  1. trouw de aanwijzingen van het bevoegd gezag volgend; het bevoegd gezag respecterend
     Tonio, veel te gezagsgetrouw, had het advies om als handbagage alleen het hoogstnoodzakelijke mee het vliegtuig in te nemen te letterlijk genomen, waardoor de dure camera in zijn koffer terechtkwam.[2]
     "Ik denk niet dat Denen meer gezagsgetrouw zijn, maar ze hebben meer vertrouwen in het beleid", zegt epidemioloog Viggo Andreasen. Dat betekent ook dat de Denen elkaar aanspreken als er niet in de ellenboog wordt gehoest of er geen mondkapje wordt gedragen. Iedereen gratis laten testen is erg duur. "Maar het is peanuts in vergelijking met een nieuwe lockdown", aldus Andreasen.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  3. Bronlink geraadpleegd op 14 maart 2022 Weblink bron “Hoe Denen het virus onder controle houden: heel veel testen en iedereen in de pas” (19-10-2020), NOS