gibberen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gibberen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gibberen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gibberen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gibberen is hier. De definitie van het woord gibberen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangibberen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • gib·be·ren
  • variant van giebelen [1]

gibberen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gibberen
gibberde
gegibberd
zwak -d volledig
  1. giechelen, lol maken
     Haar vriendschappen in het spel, onder meer met Jolien, waren niet gespeeld, verzekert ze. ‘Je zit steeds tussen twee werelden: je moet de anderen uit het spel kegelen en tegelijk zit je aan het einde van de dag ook met hen te gibberen. De pijn die je voelt als iemand vertrekt, had ik toch wel onderschat.’[3]
  1. gibberen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron “Deze mol zette Vlaanderen wekenlang op het verkeerde been” (26/04/2020), De Standaard