Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
giechelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
giechelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
giechelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
giechelen is hier. De definitie van het woord
giechelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
giechelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘halfgesmoord lachen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
giechelen
- inergatief een snelle, wat ingehouden vorm van lachen die vooral bij jonge meisjes past
- Tot ergernis van hun leraar giechelden zij onophoudelijk.
- ▸ Haar juwelen rinkelden terwijl ze haar zachte, warme armen spreidde voor een langverwachte omhelzing die noodlot was en bestemming, en heel even giechelde ze omdat alles eindelijk logisch was.[2]
- ▸ 's Ochtends was ze sprankelend vrolijk, verzekerde hem dat hij de beste minnaar was die ze in haar hele leven was tegengekomen, hoewel dat er natuurlijk niet zoveel waren geweest, corrigeerde ze blozend en ze giechelde.[3]
1. een snelle, wat ingehouden vorm van lachen
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- ↑ "giechelen" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 21
- ↑
Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be