giechel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord giechel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord giechel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je giechel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord giechel is hier. De definitie van het woord giechel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangiechel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een Giechelende vrouw
  • gie·chel
vervoeging van
giechelen

giechel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van giechelen
    • Ik giechel. 
  2. gebiedende wijs van giechelen
    • Giechel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van giechelen
    • Giechel je? 
enkelvoud meervoud
naamwoord giechel giechels
verkleinwoord giecheltje giecheltjes

de giechelv / m

  1. iemand die het giechelen niet na kan laten
    • Achter mij in de klas zaten twee van die giechels. 
99 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be