gijzelrecht

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gijzelrecht. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gijzelrecht, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gijzelrecht in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gijzelrecht is hier. De definitie van het woord gijzelrecht zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangijzelrecht, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • gij·zel·recht
enkelvoud meervoud
naamwoord gijzelrecht -
verkleinwoord - -

het gijzelrechto

  1. (juridisch) (historisch) bevoegdheid van een schuldeiser om iemand die zijn schuld niet betaald gevangen te zetten
     Vooreerst scheen het mij niet onnuttig in een sterk sprekend voorbeeld duidelijk aan te wijzen, welk een misbruik er van het oude gijzelrecht kon gemaakt worden en ook wel gemaakt werd, niet slechts om van het medelijden van soms zelf behoeftige bloedverwanten van den gegijzelde de voldoening zijner schulden af te persen, - evenals men in vroeger eeuwen het zoengeld, dat de doodslager niet zelf betalen kon, afvorderde van zijn onschuldige magen, - maar ook om iemand jaren en jaren lang gevangen te houden, wegens grieven, die met het maken van schulden niets gemeen hadden.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 3 februari 2024 Weblink bron
    Robert Fruin
    Mevrouw Bilderdijk-Woesthoven en haar slachtoffer. (1897) in:
    Robert Fruin (eds. P.J. Blok e.a.)
    Verspreide geschriften. Deel 5. Historische opstellen. (1902), Martinus Nijhoff, Den Haag, p. 425