gispen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gispen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gispen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gispen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gispen is hier. De definitie van het woord gispen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangispen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • gis·pen
  • Verbalisering van ghispe ("gisp"), mogelijk verwant met gesel.[1] In de betekenis van ‘laken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1626 [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gispen
gispte
gegispt
zwak -t volledig

gispen

  1. overgankelijk (verouderd) iemand met een gisp, een dunne roede of smalle riem slaan
    • Hij werd met een roede gegispt. 
  2. overgankelijk, (figuurlijk) iets of iemand scherp bekritiseren
     Telkens als een onderzoeker een studie publiceert over een maatschappelijk gevoelig onderwerp, dan wordt zijn methodologie in vraag gesteld. En journalisten worden gegispt, omdat die daar niet kritisch genoeg mee zijn omgegaan.[3]
  3. inergatief, (figuurlijk) fel uithalen
    • "Dat is de slechtste oplossing die ik ooit heb horen verkondigen" gispte zij. 
61 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[4]