grimmigheid
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord grimmigheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord grimmigheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je grimmigheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord grimmigheid is hier. De definitie van het woord grimmigheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangrimmigheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Geluid: grimmigheid (hulp, bestand)
- grim·mig·heid
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | grimmigheid | grimmigheden |
| verkleinwoord |
de grimmigheid v
- het ruw, boos, verbolgen en onvriendelijk zijn
- ▸ Met heldere en stralende blik keek hij iedereen aan alsof hij de aandacht erop wilde vestigen hoe rustig hij de schoten onderging. Toch tekende ook op zijn gezicht die uitdrukking van een nieuwe grimmigheid zich rond de mond af.[2]
- ▸ "Die grimmigheid richt zich niet alleen op kunst maar ook op Amsterdam en waar Amsterdam voor staat. Het is eigenlijk ook een aanval op de Hedy's van onze stad, die de stad tot een humane, beschaafde en vrijzinnige maken", aldus Van der Laan.[3]
- iets ruws en onvriendelijks
- norsheid, hardheid, furiositeit, bruutheid, geprikkeldheid, verdorvenheid, woede, kwaadheid, wrevel, boosheid, sinister
- Het woord grimmigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), G.A. van Oorschot
, ISBN 9789028251151
- ↑
Weblink bron “Van der Laan hekelt cultuurbeleid” (12-01-2012), NOS
