grossieren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord grossieren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord grossieren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je grossieren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord grossieren is hier. De definitie van het woord grossieren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangrossieren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: grosseren
  • gros·sie·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
grossieren
grossierde
gegrossierd
zwak -d volledig

grossieren

  1. in het groot verkopen
  2. (figuurlijk) in overmaat bezitten
     Zij grossierde niet bepaald in vormen. Met haar benige, tanige en uitgemergelde gestalte was zij meer iemand van duidelijke en consequente lijnen. Maar zij was in haar etherische hardheid onmiskenbaar fascinerend.[2]
90 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[3]