Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
guurheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
guurheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
guurheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
guurheid is hier. De definitie van het woord
guurheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
guurheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de guurheid v
- van het weer dat het koud, winderig en vaak ook regenachtig is
- Misschien kwam het door de snerpende, maartse guurheid, misschien was het een toevallige botsing van twee slechte humeuren, misschien was het een combinatie van dergelijke factoren, hoe dan ook – er ging iets fout. [2]
- Het lijkt wel alsof januari niet alleen een maand van kou en guurheid was, maar ook van ziekte en dood. Meteen op nieuwjaarsdag schoot een als kerstman verklede terrorist 39 mensen dood in een nachtclub in Istanbul. Op onze Driestar werden we evenzeer met de dood geconfronteerd. En in Sliedrecht overleed onze oud-predikant, ds. J. den Hoed. Het overlijden van de predikant bracht, wonderlijk en vreemd genoeg, in mijn somberheid toch weer een keer. [3]
- (figuurlijk) kille onvriendelijkheid zonder enige menselijke warmte en genegenheid
- De guurheid van het seculiere Nederland is heidendom pur sang. De media overrompelen ons dag aan dag met het tot godheid verheven ”ik-gevoel”. Immers, ”ik” ben mijn eigen kleine ”godje”. [4]
1. koud, winderig en regenachtig
2. kille onvriendelijkheid zonder enige menselijke warmte en genegenheid
90 % |
van de Nederlanders;
|
88 % |
van de Vlamingen.[5]
|