barheid
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord barheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord barheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je barheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord barheid is hier. De definitie van het woord barheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbarheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- bar·heid
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | barheid | barheden |
| verkleinwoord |
de barheid v
- een vreselijke, ruwe, harde, vervelende toestand
- Inmiddels duikt steeds vaker de term horrorzomer op. Omdat de afgelopen horrorwinter, waarop we ons ook al zo hadden verheugd, net zo is tegengevallen en omdat deze zomer die winter in barheid bijkans nog overtreft, ook wat het weer betreft. Na de historische afgang op het EK, de volslagen mislukte Tour en de zwaar teleurstellende eerste week van de Olympische Spelen kunnen we concluderen dat we ons te veel hadden verheugd en dat de sportzomer heet noch oranje is. Alleen maar lang. [2]
1. een vreselijke, ruwe, harde, vervelende toestand
- Het woord 'barheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "barheid" herkend door:
| 70 % | van de Nederlanders; |
| 77 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Ilja Leonard Pfeijffer 3 augustus 2012 Horrorzomer
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
