bar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bar is hier. De definitie van het woord bar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bar
bar
  • bar
enkelvoud meervoud
naamwoord bar bars
verkleinwoord barretje barretjes

de barv / m

  1. (horeca) kroeg, café
     Een paar dagen later kwam ik Goldie, Pogue en de rest weer tegen aan de bar in het bergdorpje Wrightwood.[9]
     Volle eettafels, barretjes waarop talloze glazen stonden, de lachende gezichten van Max en Dennis. . . Geschrokken knipperde ze met haar ogen.[10]
  2. (natuurkunde), (techniek) eenheid van druk (circa 1 atmosfeer), weergegeven met het symbool bar
    • Eén bar is gelijk aan 100 kilopascal (100kPa.) 
  3. (Jiddisch-Hebreeuws) zoon
  4. (van het Engels) streep, staaf (-> barcode, candybar)
    • De ballerina's oefenden aan de bar. 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bar barder
barrer
barst
verbogen barre bardere
barrere
barste
partitief bars barders
barrers
-

bar

  1. verschrikkelijk, bijvoorbeeld bijzonder koud
    • De vluchtelingen leefden onder barre omstandigheden. 

bar

  1. erg, in hoge mate (vooral in combinatie met iets ongunstigs)
    • Het is bar slecht. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[11]


enkelvoud meervoud
bar bars

bar

  1. staaf, stang, stok
  2. tralie
  3. streep, strook
  4. ondiepte
  5. (horeca) bar
  6. (natuurkunde) bar
  7. (juridisch) advocatuur, balie
  8. (politiek) ruimte voor niet-leden in het parlement
  9. (muziek) maatstreep
vervoeging
onbepaalde wijs to  bar 
he/she/it  bars 
verleden tijd  bared 
voltooid
deelwoord
 bared 
onvoltooid
deelwoord
 baring 
gebiedende wijs  bar 

bar

  1. overgankelijk vergrendelen, afsluiten
  2. overgankelijk versperren
  3. overgankelijk verbieden
  4. (juridisch) een exceptie opwerpen
  5. (muziek) de maat aangeven met maatstrepen
  6. (informeel), overgankelijk haten, verafschuwen

bar

  1. behalve


bar

  1. erg, heel


  • bar

bar

  1. verleden tijd van bere


Periodiek systeem der elementen (pol)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Fl Lv
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr

bar m

  1. (scheikunde), (element) Ba, barium.


  • bar
enkelvoud meervoud
bar bars

bar m

  1. bar, kroeg


  • bar

bar monbezield

  1. bar, kroeg, café


bar

  1. erg, heel


  • bar

bar

  1. verleden tijd actief van bära.