zoon

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zoon. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zoon, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zoon in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zoon is hier. De definitie van het woord zoon zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzoon, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zoon
  • In de betekenis van ‘mannelijk kind t.o.v. de ouders’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 776 [1]
Middelnederlands: sone
Oudnederlands: suno
Germaans: *sunuz
Indo-Europees: *suHnús
  • Verwant in Germaans:
West: Engels: son (Angelsaksisch: sunu), Duits: Sohn, (Oudhoogduits: sunu), Fries: soan, suun (Oudfries: sunu)
Noord: Zweeds: son, Deens: søn, Noors: sønn, (Nynorsk: son, Oudnoords: sonr), IJslands/Faeröers: sonur
Oost: Gotisch: sunus
enkelvoud meervoud
naamwoord zoon zonen
zoons
verkleinwoord zoontje zoontjes

de zoonm

  1. (familie) een mannelijk kind
     Toen ik mijn tienjarige zoon vroeg wat hij ervan vond dat ik zo lang weg zou zijn, antwoordde hij: ‘Geen idee, dat weet ik toch pas als je weg bent?’ Grappig vond ik zijn opmerking over het motief van mijn reis: ‘Wat is het nut van je wandeling? Je bereikt en verdient er niks mee.’ Mijn vijftienjarige dochter reageerde net als mijn vrouw pragmatisch en recht door zee.[2]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]


zoon

  1. zoon