horeca

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord horeca. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord horeca, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je horeca in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord horeca is hier. De definitie van het woord horeca zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhoreca, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·re·ca
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bedrijfsgroep van hotel-, restauranthouders e.d.’ voor het eerst aangetroffen in 1940
  • Lettergreepwoord gevormd uit de woorden hotel, restaurant en café.
enkelvoud meervoud
naamwoord horeca
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de horecam

  1. (economie) de bedrijfstak die alle eet- en drinkgelegenheden en hotels omvat
    • De horeca is voor het overgrote deel rookvrij geworden. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen