Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
hard. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
hard, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
hard in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
hard is hier. De definitie van het woord
hard zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
hard, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘moeilijk samen te drukken, te verbrijzelen, te buigen; luid, meedogenloos’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
hard
- stevig, een uitwendige kracht onverzettelijk weerstaand
- Diamant is de hardste stof bekend aan de wetenschap.
- psychologisch tegen veel bestand, voor niets terugdeinzend
- streng
- krachtig
- ▸ Maar om te zorgen dat de boog niet instortte in de harde wind moest je een vakwerk van hout en planken bouwen dat vanaf de bodem van het dal omhoogging — er waren enorme hoeveelheden hout nodig om de ondersteuning sterk genoeg te maken.[2]
- met grote geluidssterkte
- Hij had last van de harde muziek van zijn buren.
hard
- met veel inzet en energie
- ▸ Na twintig jaar hard werken in glimmende kantoorgebouwen had ik behoefte aan meer natuur en avontuur.[3]
- met grote snelheid
- (intensivering) knetterhard, bikkelhard, dubbelhard, glashard, keihard, knalhard, knoerthard, loeihard, snoeihard, spijkerhard
- beenhard, glashard, ijzerhard, keihard, kogelhard, plankhard, roerhard, staalhard, steenhard, winterhard
1. stevig, een uitwendige kracht onverzettelijk weerstaand
ergens hard aankomen
- Duits: jemand hart treffen
|
hard
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harden
- gebiedende wijs van harden
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harden
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- ↑ "hard" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
hard
- ingewikkeld, lastig, moeilijk
- veeleisend, zwaar
hard
- paal
- (sport) harde band van een raceauto
- (informeel) cocaïne
- (informeel) hard werk, zware arbeid
hard m
- (spreektaal) pornofilm [1]
- (spreektaal) hardrock [1]
- (spreektaal) elektronische apparaten, hardware [1]
hard
- (spreektaal) moeilijk, pijnlijk
- «Trop hard l’exo de c’matin!»
- Die oefening van vanochtend was echt moeilijk! [1]
- Afkomstig van het Oudnoorse woord harðr.
|
stellend
|
vergrotend
|
overtreffend
|
onbepaald (sterk)
|
m/v enkelvoud
|
hard
|
hardere
|
hardest
|
o enkelvoud
|
hardt
|
meervoud
|
harde
|
bepaald (zwak)
|
enkelvoud en meervoud
|
harde
|
hardere
|
hardeste
|
hard
- hard
- flink, fors
- streng, bar
hardmetaal
keihard
- Afkomstig van het Oudnoorse woord harðr.
|
stellend
|
vergrotend
|
overtreffend
|
onbepaald (sterk)
|
m/v enkelvoud
|
hard
|
hardare
|
hardast
|
o enkelvoud
|
hardt
|
meervoud
|
harde
|
bepaald (zwak)
|
enkelvoud en meervoud
|
harde
|
hardare
|
hardaste
|
hard
- hard
- flink, fors
- streng, bar
hardmetaal
keihard