acostumbrarse a·cos·tum·brar·se wederkerend zich wennen, gewennen (gewend raken) wennen aan [1] habituarse [2] (~ a) familiarizarse...
het Spaanse werkwoord habituar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) habituar habituado habituando Aantonende...
звикнути (uk) (zwyknuty) volt Papiaments: kustumá Spaans: acostumbrar (es), acostumbrarse (es), habituar (es) , habituarse (es) Vietnamees: quen (vi)...