halfheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord halfheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord halfheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je halfheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord halfheid is hier. De definitie van het woord halfheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhalfheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • half·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord halfheid
verkleinwoord

de halfheidv

  1. de mate onvolledig zijn
    • In de kerk zou daarnaast meer gewaarschuwd kunnen worden tegen de geest van de tijd. „Alle halfheid in het leven van (doop)-leden en ook bij Gods kinderen moet daarin worden aangewezen en afgewezen. [2] 
    • Hoe zeer verspreid ook, de geschriften zijn het zelfportret van een samenhangende persoonlijkheid, vrij van alle gemakzucht en halfheid en ondanks alle deksels van de wereld bereid het onderste uit de kan te halen. "Liever blijf ik tierend tenondergaan', schreef ze onlangs in haar dichtbundel Thule. [3] 
59 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[4]