halfhoog

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord halfhoog. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord halfhoog, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je halfhoog in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord halfhoog is hier. De definitie van het woord halfhoog zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhalfhoog, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • half·hoog
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen halfhoog
verbogen halfhoge
partitief halfhoogs

Bijvoeglijk naamwoord

halfhoog

  1. van iets dat het niet hoog maar ook niet laag is, maar ergens daar tussenin
    • ,,Het was nog niet zo makkelijk", blikt de centrumspits terug op zijn treffer. ,,De bal kwam dicht op me, halfhoog. Maar gelukkig raakte ik 'm goed." Wat hij daarna dacht? ,,Als een speer richting die cornervlag om het te vieren, haha."  
    • Bereid in die tijd het gehakt voor. Laat de resterende olie in een brede pan op halfhoog vuur smelten en laat de ui zachtjes in 5 minuten smoren; laat hem niet kleuren.  
    • Vanwege het politieonderzoek is het zwembad de hele dag gesloten. In De Dennen is een buitenzwembad in de bossen, het terrein is omringd door een halfhoog hek.  

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.

Verwijzingen