halfslaap

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord halfslaap. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord halfslaap, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je halfslaap in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord halfslaap is hier. De definitie van het woord halfslaap zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhalfslaap, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • half·slaap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halfslaap halfslapen
verkleinwoord halfslaapje halfslaapjes

Zelfstandig naamwoord

de halfslaapm

  1. toestand tussen slapen en waken in
    • Elke ochtend roept Sara vanuit haar ledikant dat ze wakker is. Ze kan niet zelf uit bed stappen, dus halen we haar. Langzaam raken we gewend aan veel gevolgen van haar spierziekte, maar toch denk ik bijna elke morgen hoe het zou zijn als ze plotseling naast ons bed staat. In mijn halfslaap blijf ik kennelijk hopen op een wonder.  
    • Het is vroeg in de ochtend en de eerste zonnestralen verjagen de nevel in het dal van Val di Kam. Een vogel laat een amechtig fuutfuutfuut horen. De laatste uccello (vogel, it) van het eiland, denk ik in halfslaap.  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Tubantia Bram Verbrugge 26-09-17 In mijn droom vlieg ik uit de bocht
  2. De Telegraaf STELLA RUISCH 16 nov. 2015 Rijp voor de pluk!
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be