hall

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hall. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hall, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hall in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hall is hier. De definitie van het woord hall zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhall, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hall
enkelvoud meervoud
naamwoord hall halls
verkleinwoord - -

de hallm

  1. hoge ruimte in een gebouw om een groter aantal mensen te ontvangen
    • Al van bij het binnenkomen in de grote hall zag ik dat het goed zat. Het liep er vol volk en de studenten trokken in grote drommen naar boven. [2]
    • Opeens rent John de hall binnen met een geweer in de hand. [3]
34 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
hall halls

hall

  1. hal


hall

  1. horen