hansop

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hansop. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hansop, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hansop in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hansop is hier. De definitie van het woord hansop zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhansop, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·sop
Woordherkomst en -opbouw
  • eponiem genoemd naar de karakteristieke kleding van een toneelfiguur en een daarop gebaseerde pop "Hans Sop" via Duits "Hans Supp" van Frans "Jean Potage", in de betekenis van ‘wijd kledingstuk, m.n. als nachtkleding’ aangetroffen vanaf 1725
enkelvoud meervoud
naamwoord hansop hansoppen
verkleinwoord hansopje hansopjes

Zelfstandig naamwoord

de hansopm

  1. (kleding) ruim vallende nachtkleding waarbij lijf en broek aan één stuk zijn
    • Lia, die rood haar had en gekleed was in een appelgroen hansopje met een diep decolleté dat ze opgevuld had met een transparant sjaaltje bespikkeld met een tijgerprintje, legde een hand op mijn hand. `Ik gun je die kamer zo vréééselijk,' zei ze zwoel.  
    • Chuck, die toch zo van show hield en ook van mooie kleren, kwam er bekaaid af tijdens het lustrum. Als eerstejaars was hij gedwongen in een hansop rond te lopen.  
  2. (toneel) clownachtig toneelfiguur die in een hansop gekleed is
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.

Verwijzingen