hebbelijkheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hebbelijkheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hebbelijkheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hebbelijkheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hebbelijkheid is hier. De definitie van het woord hebbelijkheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhebbelijkheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • heb·be·lijk·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord hebbelijkheid hebbelijkheden
verkleinwoord hebbelijkheidje hebbelijkheidjes

de hebbelijkheidv

  1. kenmerkende, vreemde gewoonte
    • Ik vrees dat de attractie meer te maken had met zijn strakke Latijns-Amerikaanse aarsje. Al was Duarte dan de jongste niet meer tijdens zijn laatste proces kwam aan het licht dat hij twaalf intensieve escortjaren in New York doorlopen had , dat aarsje van hem had de hebbelijkheid om razendsnel, wat het ook te verstouwen had gehad, terug te springen naar zijn oervorm.[3] 
    • Nog één moderne hebbelijkheid. Iets gewoon mooi vinden is verleden tijd. In de radio en op de televisie is het op z’n minst héél mooi, of heel erg mooi of ontzettend mooi. Het bijvoeglijke naamwoord zonder versterking is aan het verdwijnen. Ook dat is heel erg opmerkelijk.[4]  
90 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[5]
  1. hebbelijkheid op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Jong, Rijk de
    En weer zat er een Paul Newman in de keuken 2014 ISBN 978-94-6068213-1pagina 23
  4. NRC S. Montag 12 december 2015
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be