hebber
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hebber. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hebber, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hebber in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hebber is hier. De definitie van het woord hebber zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhebber, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- heb·ber
- Naamwoord van handeling van hebben met het achtervoegsel -er[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | hebber | hebbers |
| verkleinwoord | hebbertje | hebbertjes |
de hebber m
- iemand die iets heeft (bezit) of een drager (van een ambt)
- Het woord hebber staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hebber" herkend door:
| 69 % | van de Nederlanders; |
| 53 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
