herbouw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord herbouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord herbouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je herbouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord herbouw is hier. De definitie van het woord herbouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanherbouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

(klemtoonhomogram)

  • her·bouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herbouw -
verkleinwoord - -

de hérbouwm

  1. activiteit waardoor iets opnieuw tot stand komt
    • De herbouw van de brug is nog steeds niet voltooid. 
vervoeging van
herbouwen

herbóúw

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbouwen
    • Ik herbouw. 
  2. gebiedende wijs van herbouwen
    • Herbouw! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbouwen
    • Herbouw je? 
97 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be