tegenwoordige tijd (presente) van hinchir aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir gebiedende wijs (bevestigend en...
persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir...
persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir...
tegenwoordige tijd (presente) van hinchir gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir...
tegenwoordige tijd (presente) van hinchir gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir...
hincho eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hincharse hincho eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir...
persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir...
(ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hincharse hinches tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir...
(ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hincharse hinchen derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir...
het Spaanse werkwoord hinchir Infinitief ( infinitivo) Voltooid deelwoord ( participio) Onvoltooid deelwoord ( gerundio) hinchir hinchido hinchiendo Aantonende...