hospes

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hospes. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hospes, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hospes in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hospes is hier. De definitie van het woord hospes zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhospes, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hos·pes
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘persoon bij wie men op kamers woont’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1692 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hospes hospites
hospessen
verkleinwoord hospesje hospesjes

de hospesm

  1. een man die een of meer kamers in zijn eigen woonhuis ter beschikking stelt aan een kostganger of commensaal
    • Het lijkt wel alsof er veel minder hospites dan hospita's zijn. 
61 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[2]