Geluid: hospiteert (hulp, bestand) hos·pi·teert hospiteert tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hospiteren Jij hospiteert. derde persoon...
wij, we jullie zij, ze tegenwoordig (o.t.t.) hospiteer hospiteert hospiteert hospiteert hospiteert hospiteren hospiteren hospiteren verleden (o.v.t.) hospiteerde...