Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
hoteldirecteur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
hoteldirecteur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
hoteldirecteur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
hoteldirecteur is hier. De definitie van het woord
hoteldirecteur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
hoteldirecteur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de hoteldirecteur m
- eigenaar van een hotel
- ▸ Twintig jaar geleden hield toerismedeskundige Stephen Hodes tijdens een lezing de Amsterdamse toeristensector voor: “Als we zo doorgaan, gaat de stad ten onder.” Niemand in het publiek nam die onheilsprofetie ook maar een moment serieus. Maar het kan verkeren. Onlangs kwam hij een hoteldirecteur tegen die indertijd bij die lezing aanwezig was. “Hij zei tegen me: toen dacht ik dat je gek was, maar nu moet ik je gelijk geven.”[1]
- (beroep) iemand die een hotel leidt
- Die overwerkte hoteldirecteur. Laat hij het toch rustig aan doen. Laat iedereen het in 's hemelsnaam wat rustiger aan doen hier. [2]
- ▸ Hoteldirecteur vanuit Zuid-China naar kampioensduel FC Twente[3]
- ▸ Acht dagen, meer had hoteldirecteur Hermann Spatt niet om de 650 kamers van Nhow Amsterdam in te richten en ook de publieke ruimte en restaurants aan kant te krijgen.[4]
2. iemand die een hotel leidt
- ↑ Weblink bron “Amsterdam heeft een deltaplan voor toeristen nodig” (08/02/2018), HP de Tijd
- ↑
Sandes, David
De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 219
- ↑ Weblink bron
Leon ten Voorde
“Hoteldirecteur vanuit Zuid-China naar kampioensduel FC Twente” (19-04-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Omzet hotelbranche groeit harder dan rest van horeca” (13 januari 2020), Het Parool