huisdeur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord huisdeur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord huisdeur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je huisdeur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord huisdeur is hier. De definitie van het woord huisdeur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhuisdeur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • huis·deur
enkelvoud meervoud
naamwoord huisdeur huisdeuren
verkleinwoord

de huisdeurv / m

  1. de deur aan de voorkant van het huis
    • Als je op vakantie gaat moet je de huisdeur goed afsluiten. 
  1. voordeur
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be