voordeur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord voordeur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord voordeur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je voordeur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord voordeur is hier. De definitie van het woord voordeur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvoordeur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

voordeur
Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·deur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voordeur voordeuren
verkleinwoord voordeurtje voordeurtjes

Zelfstandig naamwoord

de voordeurv / m

  1. de hoofddeur aan de voorzijde van een gebouw of woning
    • Als je wilt dat iemand de voordeur voor je openmaakt moet je eerst aanbellen. 
    • Ik hoorde de sleutel in het slot van de voordeur.  
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Sandes, David
    De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 90
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be