Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
huisgezin. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
huisgezin, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
huisgezin in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
huisgezin is hier. De definitie van het woord
huisgezin zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
huisgezin, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het huisgezin o
- (huishouden) (familie) vader, moeder en kinderen soms worden ook de huisdieren erbij gerekend.
- De moeder van het grote huisgezin had het altijd druk ook op de vakantie.
90 % |
van de Nederlanders;
|
91 % |
van de Vlamingen.[1]
|