huishouden

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord huishouden. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord huishouden, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je huishouden in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord huishouden is hier. De definitie van het woord huishouden zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhuishouden, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huis·hou·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
huishouden
hield huis
huisgehouden
klasse 7 volledig

Werkwoord

huishouden

  1. (pejoratief) een grote rommel of vernietiging achterlaten
    • De bandieten hielden flink huis in het dorpje dat ze plotseling overvallen hadden. 
  2. de huishouding doen
enkelvoud meervoud
naamwoord huishouden huishoudens
verkleinwoord huishoudentje huishoudentjes

Zelfstandig naamwoord

het huishoudeno

  1. een groep van één of meer samenwonende mensen die samen een economische eenheid vormt
    • Veel huishoudens kregen het in deze crisis zwaar te verduren. 
     Een hogere rente zorgt ervoor dat huishoudens meer gaan sparen en minder uitgeven. Maar om de economie goed te laten draaien, is het juist van belang dat mensen grote en kleine aankopen blijven doen en hun geld niet oppotten.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. huishouden op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 juli 2022 Weblink bron “Euro voor het eerst in twintig jaar precies evenveel waard als dollar” (12 juli 2022), NU.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be