huissleutel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord huissleutel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord huissleutel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je huissleutel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord huissleutel is hier. De definitie van het woord huissleutel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhuissleutel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • huis·sleu·tel
enkelvoud meervoud
naamwoord huissleutel huissleutels
verkleinwoord huissleuteltje huissleuteltjes

de huissleutelm

  1. de sleutel die past in het slot van de huisdeur (voordeur).
    • Toen de kinderen 12 jaar oud waren en naar de middelbare school gingen kregen ze een huissleutel. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be