iemker
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord iemker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord iemker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je iemker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord iemker is hier. De definitie van het woord iemker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaniemker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- iem·ker
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | iemker | iemkers |
| verkleinwoord |
de iemker m
- (beroep) iemand die bijen houdt voor het verkrijgen van honing
1. bijenhouder
- Het woord iemker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "iemker" herkend door:
| 31 % | van de Nederlanders; |
| 19 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ iemker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
