immobiliteit

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord immobiliteit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord immobiliteit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je immobiliteit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord immobiliteit is hier. De definitie van het woord immobiliteit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanimmobiliteit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • im·mo·bi·li·teit
enkelvoud meervoud
naamwoord immobiliteit
verkleinwoord

de immobiliteitv

  1. niet kunnen bewegen
    • „Ik kom zojuist uit de operatiekamer, waar ik een aantal zeer pijnlijke injecties heb gekregen in mijn tussenwervelschijven”, zegt de zanger vanuit zijn ziekenhuisbed. „Zoals jullie begrijpen baal ik ontzettend van mijn immobiliteit.”[1] 
    • Reizigers reageren gelaten op de immobiliteit waartoe de ijzel hen veroordeelt.[2] 
93 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]