10 Resultaten gevonden voor "implantarse".

implantaré

implantaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van implantar implantaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van implantarse...


implantare

toekomende tijd (futuro) van implantar implantare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van implantarse aanvoegende wijs derde...


implantaren

persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van implantar implantaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van implantarse...


implantar

im·plan·tar implantar overgankelijk introduceren, invoeren (medisch) implanteren, inplanten implantación, implante [1] introducir implantar in: Diccionario...


implantaría

eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van implantarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van implantarse...


implantado

implantado voltooid deelwoord (participio) van implantar implantado voltooid deelwoord (participio) van implantarse...


implantamos

implantamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van implantarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van implantarse...


implantaba

eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van implantarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van implantarse...


implantéis

meervoud tegenwoordige tijd (presente) van implantarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van implantarse...


implanten

meervoud tegenwoordige tijd (presente) van implantarse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van implantarse...