even voor mij impregneren? impregnatie, impregneerder, impregneerketel, impregneermiddel, impregnering 1. Het woord impregneren staat in de Woordenlijst...
Geluid: impregneer (hulp, bestand) im·preg·neer impregneer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van impregneren Ik impregneer. gebiedende...
Geluid: impregnerend (hulp, bestand) im·preg·ne·rend impregnerend onvoltooid deelwoord van impregneren...
Geluid: impregnerende (hulp, bestand) im·preg·ne·ren·de impregnerende verbogen vorm van impregnerend, het onvoltooid deelwoord van impregneren Het woord...
geïmpregneerd (hulp, bestand) ge·im·preg·neerd vervoeging van impregneren: de stam met omvoegsel ge- -d geïmpregneerd voltooid deelwoord van impregneren...
enkelvoud tegenwoordige tijd van impregneren Jij impregneert. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van impregneren Hij impregneert. (verouderd) gebiedende...
im·preg·na·tie Naamwoord van handeling van impregneren met het achtervoegsel -atie de impregnatie v het impregneren (medisch) het binnendringen van de zaadcel...
Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? im·preg·nar impregnar overgankelijk impregneren, doordrenken impregnar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk...
impregneerde (hulp, bestand) im·preg·neer·de impregneerde enkelvoud verleden tijd van impregneren Ik impregneerde. Jij impregneerde. Hij, zij, het impregneerde. ...
impregneerden (hulp, bestand) im·preg·neer·den impregneerden meervoud verleden tijd van impregneren Wij impregneerden. Jullie impregneerden. Zij impregneerden. ...