2 Resultaten gevonden voor "improvisar".

improvisar/vervoeging

het Spaanse werkwoord improvisar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) improvisar improvisado improvisando...


improviseren

Duits: improvisieren (de) Engels: improvise (en) Frans: improviser (fr) Spaans: improvisar (es)...