Geluid: inklimmend (hulp, bestand) in·klim·mend inklimmend onvoltooid deelwoord van inklimmen...
inklimmende (hulp, bestand) in·klim·men·de inklimmende verbogen vorm van inklimmend, het onvoltooid deelwoord van inklimmen Het woord 'inklimmende'...
Geluid: inklimmen (hulp, bestand) in·klim·men samenstelling van in bw en klimmen ww samenstelling van in en klimmen inklimmen ergatief klauterend...
vervoeging van inklimmen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van in en geklommen ww ingeklommen voltooid deelwoord van inklimmen...
tegenwoordige tijd van inklimmen ... dat jij inklimt. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklimmen ... dat hij inklimt. ...
tijd van inklimmen Ik klim in. gebiedende wijs van inklimmen Klim in! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklimmen Klim je...
inklimmen Jij klimt in. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklimmen Hij klimt in. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inklimmen Klimt...
Geluid: inklim (hulp, bestand) in·klim inklim (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklimmen ... dat ik inklim. ...
bestand) in·klom inklom (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inklimmen ... dat ik inklom. ... dat jij inklom. ... dat hij, zij, het inklom...
bestand) in·klom·men inklommen (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inklimmen ...dat wij inklommen. ...dat jullie inklommen. ...dat zij inklommen...