inloop

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord inloop. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord inloop, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je inloop in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord inloop is hier. De definitie van het woord inloop zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninloop, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • in·loop
enkelvoud meervoud
naamwoord inloop -
verkleinwoord - -

de inloopm

  1. herhaald veelvuldig bezoek
  2. vrije toegang op een daarvoor vastgestelde tijd
vervoeging van
inlopen

inloop

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlopen
    • ... dat ik inloop. 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]